De leeftijd waarop kinderen hun eerste mobieltje krijgen, is in korte tijd enorm gedaald.
We zien nu al kinderen van 8 jaar met een mobiel en van 10 jaar met een smartphone. En soms zijn ze zelfs nog jonger. De meeste kinderen krijgen hun eerste smartphone vlak voordat ze naar de middelbare school gaan.
Vanaf welke leeftijd mag jouw kind een mobiel?
Gezinnen bepalen zelf wat het juiste moment is. Ouders denken hier heel verschillend over. De ene ouder wil zo lang mogelijk uitstellen dat kinderen een mobiel hebben. De andere ouder vindt het geen probleem of vindt het juist wel fijn als zijn of haar kind altijd bereikbaar is. Dat je je kind altijd kunt bellen, kan een veilig gevoel geven. Tot het moment dat je kind zijn telefoon niet opneemt natuurlijk. Sommige kinderen negeren berichtjes of telefoontjes van hun ouders, omdat ze zich te veel gecontroleerd voelen.
Op de basisschool hebben kinderen nog geen telefoon nodig. Zodra ze naar de brugklas gaan, wordt dat anders. Een telefoon is dan onmisbaar. Veel scholen gebruiken een app voor informatie over het rooster (wijzigingen en uitval) en tijdens de lessen wordt de telefoon steeds vaker actief ingezet. Een smartphone is ook belangrijk bij onderling contact tussen de kinderen.
De combinatie van een groep en sociale media kun je merken aan Whatsapp-ruzies en afleiding bij het maken van huiswerk. Er gebeurt veel tegelijk in de brugklas. Het is daarom handig om kinderen vanaf groep 7 of 8 al kennis te laten maken met online communiceren en de afspraken die hier bij horen.
Welke regels werken voor het gebruik van mobieltjes?
Als je kijkt naar wat de meeste ouders doen, en naar wat werkt in de opvoeding, dan zijn dit goede regels en tips om je kind mee te geven.
Gedraag je fatsoenlijk: geen telefoon aan tafel tijdens het eten, en je telefoon niet opnemen als je met iemand anders aan het praten bent. Of je zegt: “Vind je het goed dat ik even opneem?”
Niet met je mobiel naar bed. Onder andere vanwege de straling door contact met de zendmast en wifi. Zet het toestel daarom liever op de vliegtuigstand als je hem als wekker wilt gebruiken. Maar ook vanwege het blauwe licht dat het beeldscherm uitstraalt en de invloed die dat heeft op je slaapritme.
Geen mobiel in de klas gebruiken. Een mobiele telefoon leidt namelijk zó af, dat je niet meer volgt wat er in de les gebeurt. Dan heb je er niets aan dat je op school zit, want je hersens kunnen niet multitasken (twee dingen tegelijk: luisteren, leren en spelen met je mobiel).
Geen mobiel gebruiken op de fiets. Simpelweg, omdat het gevaarlijk is. Een vader voert op dit moment campagne, omdat hij zijn zoon van 13 verloor. Zijn zoon was bezig een speellijst te maken op Spotify, toen hij geschept werd door een auto. Het was niet de schuld van die auto. De jongen stierf. Alles kan wachten, maar het verkeer niet. Stop je mobiel dus weg in het verkeer en doe ook geen oordopjes in met muziek.
Zet geen foto’s of filmpjes van anderen online waarvoor ze zich zouden kunnen schamen. Stuur geen beelden van anderen door die jij krijgt als iemand er gek of (deels) naakt op staat. Verwijder ze van je telefoon.
Zorg voor je privacy: geef nooit je telefoonnummer aan iemand die je niet goed kent.
Vraag hulp als je dat nodig hebt. Bijvoorbeeld wanneer er iets vervelends is gebeurd op internet. Dat kan bijvoorbeeld via Meldknop.nl.
Check je de telefoon van je kind?
Natuurlijk wil je in de gaten houden wat je kind met zijn mobiel doet. Bij een basisschoolkind mag je nog best zo nu en dan in zijn of haar telefoon kijken als dat nodig is. Bij een puber wordt dat wat lastiger, die heeft ook behoefte aan (en recht op) privacy. Als er geen goede reden is om in te breken in zijn of haar mobiel, kun je het beter niet doen. Of je kijkt samen, dat kan natuurlijk ook.
Bron: Opvoeden.nl